Ilse is veel bezig met de vraag ‘Welk ander beroep zou ik willen uitoefenen?’ Toch werkt Ilse tot haar eigen verbazing al vrijwel haar hele werkzame leven als verpleegkundige, waarvan inmiddels al ruim twintig jaar bij Gelre ziekenhuizen.
‘Als kind wilde ik dierenarts worden, of boswachter, of iets met taal gaan doen; alles behalve verpleegkundige. Dat verzorgende trok me absoluut niet. Maar kiezen voor de inservice-A-opleiding betekende dat ik uit huis kon en meteen ook een baan had. Een aanlokkelijk perspectief voor een zeventienjarige. Daarbij had het ziekenhuis wel iets magisch. Meer vanuit een impuls dan als bewuste keuze begon ik in het gemeenteziekenhuis in Arnhem aan de inservice-opleiding.
Toen ik na vier jaar mijn diploma op zak had, ben ik Engels gaan studeren aan de VU. Tijdens een uitwisseling kwam ik in York terecht. Ik kreeg daar een vriend, bleef plakken en ging in Engeland de verpleegkunde in. Mijn studie maakte ik niet af. Na een aantal jaren keerde ik terug naar Nederland en kon ik als verpleegkundige aan de slag in Zutphen. Eerst op de afdeling Chirurgie, daarna op de Spoed Eisende Hulp (SEH). Het verbaast mij. Ik ben nooit zo honkvast geweest, en biologie en taal blijven mij boeien.
"Het meest inspirerende van dit werk vind ik het dat je met zoveel verschillende mensen in aanraking komt. Van dak- en thuisloze tot hoogleraar."
Waarom ben ik dan toch verpleegkundige gebleven? Die vraag houdt mij bezig. Is het gemakzucht, heb ik de ballen niet om het roer om te gooien? Maar dat is het niet. Ik vind het hier blijkbaar toch te leuk. Om de collega’s. Omdat geen dag hetzelfde is. Om de enorme diversiteit aan patiënten. En om het werk an sich.’
‘Ik vind de SEH de leukste afdeling van het ziekenhuis. Je ziet hier alle specialismen, en het snelle en hectische van deze afdeling past goed bij mij. Als het fout gaat, komen wij tot bloei, zeggen we hier vaak. Er komt op de SEH van alles binnen, van botbreuken tot reanimaties. Die uitersten geven weleens een schizofreen gevoel.
Als een patiënt bij ons binnenkomt, is de diagnose nog niet altijd duidelijk. We volgen een strakke methodiek om iemand in leven te houden of om erger letsel te voorkomen. Ieder teamlid speelt daarin zijn eigen rol. Dat geeft een kick. Het gaat erom dat je als team optimaal hebt gehandeld. Ook als de patiënt toch overlijdt.’
"We volgen een strakke methodiek om iemand in leven te houden of om erger letsel te voorkomen. Ieder teamlid speelt daarin zijn eigen rol. Dat geeft een kick."
Hoewel mensen in haar omgeving niet altijd begrijpen dat ze geen stress heeft van wat ze op de SEH allemaal meemaakt, ligt Ilse niet wakker van haar werk. ‘Vergeleken met het werk van collega’s op verpleegafdelingen is ons contact met patiënten vluchtig en oppervlakkig. Er is niet altijd gelegenheid om een band op te bouwen, je behandelt vaak meer het lichaam dan de persoon. Dat maakt het draaglijk. Alleen alle kinderreanimaties weet ik nog; maar dat zijn uitzonderingen. Bovendien is er onder collega’s een lage drempel om uit te spreken wat je raakte. Emoties zijn onderdeel van het vak. In het begin hield het me wel bezig hoe het na de SEH met de patiënt verder ging. Diezelfde nieuwsgierigheid en betrokkenheid herken ik ook bij de leerling-verpleegkundigen die ik begeleid. Maar het zijn zoveel patiënten, na een tijdje laat je het vanzelf makkelijker los.’
‘Over de arbeidsvoorwaarden voor verpleegkundigen ben ik niet tevreden. En ik vind het jammer dat het voordeel van een klein ziekenhuis - de charme van de korte lijnen - na verloop van tijd toch vaak weer wordt overschaduwd door bureaucratie en regeldrang. Hopelijk komt daar een kentering in. Je moet hard werken en gedreven zijn om dit werk vol te houden. Dat wij verpleegkundigen toch elke keer maar weer meehobbelen, is omdat wij de zorgprofessionals zijn die het meest direct met de patiënten te maken hebben. Zij gaan ons aan het hart. Dat is onze kracht en onze valkuil.’
‘Het meest inspirerende van dit werk vind ik het dat je met zoveel verschillende mensen in aanraking komt. Van dak- en thuisloze tot hoogleraar. Je hebt ook te maken met mensen met wie je anders nooit sociale omgang zou hebben gehad. Dat ervaar ik als een privilege.
Een anekdote die in ons team nog regelmatig wordt aangehaald, is die van een patiënte met psychische problemen. Ze was een bekende op de SEH. Ik zag dat een collega de vrouw opving en schoot te hulp. Allereerst stelde ik me aan de patiënte voor: “Hallo, ik ben Ilse.” De vrouw reageerde met: “Vieze vuile kankerhoer!” Mijn collega: “Oh, kent u haar?” Ilse schatert het uit: ‘Dit illustreert hoe we met elkaar omgaan op onze afdeling. We hebben zoveel lol met elkaar! Dat maakt het werk op de SEH draaglijk en luchtig.
Natuurlijk zien we veel ellende, maar ik heb nooit het gevoel dat het werk psychisch zwaar is. Het is hier in balans. Ook al zijn de collega’s van diverse pluimage, we spreken dezelfde taal; een taal waarin zwarte humor een belangrijke rol speelt. In dit team deel je iets met elkaar dat je niet met vrienden gemeenschappelijk hebt. Dat maakt ons een team van gelijkgestemden, met een laag ziekteverzuim.’
‘Dat Gelre locatie Zutphen een relatief klein ziekenhuis is, maakt het werken hier extra interessant. In vergelijking tot een academisch medisch centrum werken we op de SEH met relatief onervaren arts-assistenten. Al maken die een razendsnelle leercurve door en zijn de specialisten laagdrempelig bereikbaar voor overleg, je staat hierdoor als SEH-verpleegkundige altijd met de neus vooraan, blijft alert en moet zelf goed blijven nadenken. Met alleen protocollen kom je er niet, je hebt ook je professionele zelfstandigheid nodig. Voor die zelfstandigheid krijg je hier de ruimte en dat is een van de redenen dat ik graag in dit ziekenhuis werk. Ik ben een zichtbare schakel in het geheel. Mijn inservice- opleiding ervaar ik daarbij als een stevige basis. Wat ik daar heb geleerd en daarna heb bijgeleerd, kan ik op de SEH direct in praktijk brengen. Ik ben trots op mijn leertraject.’
De kracht van samen
Volg ons